INDISCH VECHTHOEN
ALGEMENE INFO
De Indische vechthoenders zijn in het Graafschap Cornwall in het zuidwesten van Engeland gecreëerd. Het zou een tegenhanger moeten worden van de Oud Engelse vechthoenders. Voor het creëren van dit nieuwe ras werden dieren geïmporteerd uit India, Maleisië en de Filipijnen. De Cornish, eerst bekend als de Indian Gamefowl, werd ontwikkeld rond 1820 door Sir Walter Raleigh Gilbert uit Engeland. Generaal Gilbert beweerde dat hij dit ras te hebben gecreëerd door kruisingen van Aseel types en Engels vechthoenders. Het oorspronkelijke doel was om de kracht van de Aseel te combineren met de snelheid van het Engelse vechter. Het moest een superieure vechthoen worden maar dat was een mislukking. Het verloor veel van het gamefowl karakter van de bovenliggende rassen. In eerste instantie werd het nieuwe ras Injeegames genoemd, later de Indian game. Het dier bleek achteraf niet zo zeer geschikt voor het vechten maar wel voor vleesconsumptie. Later hebben de Amerikanen na het importeren van deze hoenders uit Cornwall, Engeland, hen nog Cornish genoemd. Zij maakten, om het dier nog vleziger te maken, kruisingen met Sussex en Dorkings. Eenmaal in de verenigde staten ingevoerd, werd het een enorm populair ras. De Indian game wordt nu de stamvader van de hedendaagse slachtkuikens genoemd. Vandaag is de ruggengraat van de commerciële pluimvee-industrie de maïs/Rock vleeskuikens, een kruising van Witte Indische vechthoenders en witte Plymouth Rock kippen, die slachtrijp zijn in slechts zes weken.
Tegenwoordig zijn In Nederland grote Indische vechthoenders een zeldzame verschijning op tentoonstellingen. Ook in Engeland (Cornwall) zijn deze dieren maar met mondjesmaat te vinden. De kriel versie ligt iets gunstiger en zien we vaker op tentoonstellingen. In Nederland, België en Duitsland zijn er nog redelijk wat fokkers te vinden. Engeland kent op dit moment zo’n 60 goede fokkers. Deze stellen hun dieren dan ook regelmatig tentoon. Het fokken met deze dieren is geen makkelijke opgave. We willen een kortbenige, brede stelling, wat de bevruchting bijna onmogelijk maakt. De bouw, van boven gezien, is hartvormig, het brede gedeelte van het hart dat de voorkant van de vogel heeft en de staart die overeenkomt met het puntje van het hart. Uniek aan het RAS is het feit dat het type van de mannelijke en vrouwelijke identiek zijn. Dit hartvormige lichaamstype van het ras vermindert ruimte voor eiproductie. Veelvuldig wordt kunstmatige inseminatie toegepast om zeker te zijn van bevruchting van de zeldzame eieren. Indische vechthoenders hebben zeer grote eetlust, maar groeien vrij langzaam. De dieren zijn breed tussen de schouders en versmallen vanaf de poten naar achter toe wat, ook wel strijkijzer model genoemd.
De grote Indische vechthoenders zijn rustige dieren die gemakkelijk benaderbaar zijn, doch de krielrassen zijn over het algemeen zeer beweeglijk en wat schuchter. Die moeten we dan ook koesteren. Het zijn zeer krachtig en zwaar bespierde hoenders. Showen met dier jonger dan 1 jaar is eigenlijk zinloos. Ze zijn dan altijd te smal, te licht van gewicht en de stelling is niet breed genoeg.
Bij de Indische Vechthoen wordt kubusvormige lichaamsbouw verlangd. Lichaamsbreedte, -lengte en -diepte dienen bij ideale verhoudingen 1:1:1 te zijn. De dieren zijn breed tussen de schouders en versmallen vanaf de poten naar achter toe wat. Schouders tamelijk hoog aangezet zodat een markante ronde schouderboog ontstaat. Als de rug dan wat lager ligt dan heb je een klasse dier te pakken. De staartinplant is een beetje horizontaal (dakpanvorm). Dat kan bijna niet anders bij een brede staartaanzet. Kop is fors en breed met overstekende wenkbrauwen. De Indische Vechthoen heeft een forse, kort en brede kop met een vlakke schedeltop die van voren breder is dan van achteren. De kam is drierijig, klein, stevig en dicht op de kop geplaatst. Doordat de Indische Vechthoen de breedste kop heeft is de drierijige kam ook wat breder dan bij de Aseel (kleinste) en de Shamo.
Indische vechthoenders hebben parelkleurige ogen. Bij een jong dier nemen we genoegen met een gelig oog. Ogen moeten glanzen. Gele korte dikke ronde benen. Van voren gezien evenwijdig aan elkaar en aan de buitenkant van het dier geplaatst. De beenstand moet evenwijdig zijn, breed uit elkaar geplaatst. De middentenen moeten wel naar voren staan. Door hun zware lichaamsbouw willen deze wel eens teveel naar binnen staan (wel opletten dat ze niet op een wat gladde ondergrond staan). De dieren moeten goed in balans staan. Als gevolg van de krappe bevedering lijkt de borst enigszins gespleten. Dubbelgezoomde hanen zijn overwegend zwart met een duidelijke bruine vleugeldriehoek. Bij de hen is de kop, hals en staart zwart. De slagpennen breken gemakkelijk af omdat de bevedering nogal hard is. Let op aarsluizen. Daar heeft dit ras veel last van. Dit is een uitsluitingsfout (DIS).
Maak jouw eigen website met JouwWeb